Een brug voor Ex-Okan-Leerlingen (WES 4)
In de (helaas) laatste editie van het tijdschrift 'Fons'heeft men het vooral over Fris nieuwkomersonderwijs. Dit sprak me wel aan, omdat ik hier nauwer mee in contact stond door mijn observaties in het Okanonderwijs en de ex-Okanbegeleiding.
Ik kies hier heel bewust voor een grote brug, omdat het niet niks is, het vervolgonderwijs. Zowel de ex-Okanleerlingen als de leraren en de taalcoaches staat een belangrijke taak te wachten.
Allereerst spreekt men over de taak van de vervolgcoach, mijn inziens een sleutelfiguur. De vervolgcoach kent de leerling erg goed, want hij/zij heeft de talenten en interesses van de leerling al in kaart gebracht wanneer die nog OKAN-lessen volgde, en heeft mee de snuffelstages mee ingericht en opgevolgd. Het is aan deze persoon om de belangrijkste vraag te beantwoorden: hoe vinden we ingang bij schoolteams in het regulier onderwijs?
Ik som even de kernpunten op uit het artikel:
- Ontwikkel samen met je leerlingen materiaal dat hun zelfredzaamheid en zelfstandig leren in de reguliere klas vergroot.
Bv. een bladwijzer met leesstrategieën (herstellen, visualiseren, de tekststructuur gebruiken). Leer de leerlingen ook hoe ze dit gebruiken en zorg ervoor dat de reguliere leerkracht dit ook begrijpt.
Licht het eventueel mondeling toe.
- Ga een startgesprek aan met enkele leerkrachten van de vervolgschool.
Dit kan door middel van een lesbezoek, waardoor je gerichte tips en feedback kan geven aan de leerkracht hoe deze de leerling beter ondersteuning kan bieden.
- Stel voor een sessie te organiseren voor alle leerkrachten die een ex-Okan-leerling in de klas hebben.
Hier kan je alvast heel wat algemene tips meegeven. - Voer regelmatige informele gesprekken met de leraren die lesgeven aan ex-Okan-leerlingen en ga gesprekken aan met de leerlingen om concrete noden te achterhalen.
Een voorbeeld dat hier wordt aangehaald, is vertaalapps. Google translate is niet ideaal: gebruik Deepl. Leer de leerling dit gebruiken.
- Geef deze leraren de kans zich te professionaliseren in taalpraktijken.
Organiseer bijvoorbeeld een praktijkgerichte workshop, eventueel in samenwerking met een pedagogisch begeleider en een vormingsmedewerker van een expertisecentrum.
Natuurlijk is het niet enkel aan de vervolgcoach, maar ook aan het leerkrachtenteam en het schoolbeleid om de leerling welkom te heten en op te vangen. Ze hebben vaak immers maar één uur extra taalondersteuning per week. Dat helpt, maar is voor heel wat leerlingen eigenlijk te weinig. Enkel als team kunnen we goede taalondersteuning bieden aan deze leerling. Durf zelf ook vragen te stellen, zoals hoe we die leerling ondersteunen, hoe we dat het beste doen, in welke mate we mogen differentiëren... Organiseer zelf eens een leesproject rond het lezen van een klassieker in het Nederlands, maar eventueel ook in de thuistaal van de leerling.
Het begint alleszins met je klasdeur (letterlijk en figuurlijk) openzetten voor de vervolgcoach en je open te stellen om van hem of haar te leren, en vice versa. Zelf heb ik een ex-Okan-leerling in de klas waar ik niet zo vaak kom en hier was al snel veel overleg over met zowel de vervolgcoach als met de klassenraad. Ik vond dit een grote meerwaarde, want toen wist ik waar op te letten bij deze leerling zodat zij me goed begreep. Zo wist ik ook wat ik moest doen en hoe ik moest ingrijpen als ik merkte dat ze me niet goed begreep. Bij het begeleiden van ex-Okan-leerlingen en het overleggen met de vervolgcoach en leerkrachten merkte ik wel dat dit niet bij elke collega even vlot liep. Een leerkracht was goed op de hoogte en wist waar er ondersteuning nodig was, terwijl een andere hier amper van op de hoogte was. Waar de verantwoordelijkheid ligt, laat ik in het midden, maar het wijst er wel op dat het geen evidentie is om er vanuit te gaan dat dit overal even vlot verloopt zoals bij die ene leerling waar ik les aan geef.
https://www.dropbox.com/scl/fi/txeu2d9sc7d4qto8iyyss/Fons-20.pdf?rlkey=y9jxwp6kdu87uu3amm818scim&e=1&dl=0
Allereerst spreekt men over de taak van de vervolgcoach, mijn inziens een sleutelfiguur. De vervolgcoach kent de leerling erg goed, want hij/zij heeft de talenten en interesses van de leerling al in kaart gebracht wanneer die nog OKAN-lessen volgde, en heeft mee de snuffelstages mee ingericht en opgevolgd. Het is aan deze persoon om de belangrijkste vraag te beantwoorden: hoe vinden we ingang bij schoolteams in het regulier onderwijs?
Ik som even de kernpunten op uit het artikel:
- Ontwikkel samen met je leerlingen materiaal dat hun zelfredzaamheid en zelfstandig leren in de reguliere klas vergroot.
Bv. een bladwijzer met leesstrategieën (herstellen, visualiseren, de tekststructuur gebruiken). Leer de leerlingen ook hoe ze dit gebruiken en zorg ervoor dat de reguliere leerkracht dit ook begrijpt.
Licht het eventueel mondeling toe.
- Ga een startgesprek aan met enkele leerkrachten van de vervolgschool.
Dit kan door middel van een lesbezoek, waardoor je gerichte tips en feedback kan geven aan de leerkracht hoe deze de leerling beter ondersteuning kan bieden.
- Stel voor een sessie te organiseren voor alle leerkrachten die een ex-Okan-leerling in de klas hebben.
Hier kan je alvast heel wat algemene tips meegeven. - Voer regelmatige informele gesprekken met de leraren die lesgeven aan ex-Okan-leerlingen en ga gesprekken aan met de leerlingen om concrete noden te achterhalen.
Een voorbeeld dat hier wordt aangehaald, is vertaalapps. Google translate is niet ideaal: gebruik Deepl. Leer de leerling dit gebruiken.
- Geef deze leraren de kans zich te professionaliseren in taalpraktijken.
Organiseer bijvoorbeeld een praktijkgerichte workshop, eventueel in samenwerking met een pedagogisch begeleider en een vormingsmedewerker van een expertisecentrum.
Natuurlijk is het niet enkel aan de vervolgcoach, maar ook aan het leerkrachtenteam en het schoolbeleid om de leerling welkom te heten en op te vangen. Ze hebben vaak immers maar één uur extra taalondersteuning per week. Dat helpt, maar is voor heel wat leerlingen eigenlijk te weinig. Enkel als team kunnen we goede taalondersteuning bieden aan deze leerling. Durf zelf ook vragen te stellen, zoals hoe we die leerling ondersteunen, hoe we dat het beste doen, in welke mate we mogen differentiëren... Organiseer zelf eens een leesproject rond het lezen van een klassieker in het Nederlands, maar eventueel ook in de thuistaal van de leerling.
Het begint alleszins met je klasdeur (letterlijk en figuurlijk) openzetten voor de vervolgcoach en je open te stellen om van hem of haar te leren, en vice versa. Zelf heb ik een ex-Okan-leerling in de klas waar ik niet zo vaak kom en hier was al snel veel overleg over met zowel de vervolgcoach als met de klassenraad. Ik vond dit een grote meerwaarde, want toen wist ik waar op te letten bij deze leerling zodat zij me goed begreep. Zo wist ik ook wat ik moest doen en hoe ik moest ingrijpen als ik merkte dat ze me niet goed begreep. Bij het begeleiden van ex-Okan-leerlingen en het overleggen met de vervolgcoach en leerkrachten merkte ik wel dat dit niet bij elke collega even vlot liep. Een leerkracht was goed op de hoogte en wist waar er ondersteuning nodig was, terwijl een andere hier amper van op de hoogte was. Waar de verantwoordelijkheid ligt, laat ik in het midden, maar het wijst er wel op dat het geen evidentie is om er vanuit te gaan dat dit overal even vlot verloopt zoals bij die ene leerling waar ik les aan geef.
https://www.dropbox.com/scl/fi/txeu2d9sc7d4qto8iyyss/Fons-20.pdf?rlkey=y9jxwp6kdu87uu3amm818scim&e=1&dl=0
Reacties
Een reactie posten