Wanneer werkt groepswerk echt? (WES 3)

Groepswerk in de klas: we kennen het allemaal.

Iedereen die naar school is gegaan, heeft wel eens deelgenomen aan een groepswerk. Misschien heb je er positieve en mooie herinneringen aan, of misschien heb je er een afkeer van gekregen.
Op een paar uitzonderingen na, zag ik er zelf meestal het heil niet van in. Vaak had ik het gevoel dat ik het gewoon beter alleen had gedaan.
Ik merk ook in mijn eigen klaspraktijk dat ik groepswerk eigenlijk mijd waar ik kan. Dat is niet enkel vanwege mijn eigen herinneringen, maar ook vanwege eerder matige ervaringen in mijn klasjes.
Wat als nu blijkt dat die matige ervaringen ook deels komen omdat ik er al met weinig vertrouwen aan begon? Dat zou zo maar eens kunnen!

Ik weet dat mijn gevoel zelden te vertrouwen is, maar het is niet altijd makkelijk om dit zomaar te veranderen. Dit is een van de redenen waarom ik voor dit artikel koos: ik wil oprecht veranderen en geloven dat het goed kan werken in de klas.

Gino Bombeke is de schrijver van dit artikel. Na vele jaren ervaring in het secundair onderwijs, koos hij ervoor om vakbegeleider Nederlands te worden voor Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Hij geeft onmiddellijk aan dat groepswerk heel krachtig kan zijn, maar dat het niet altijd werkt en dus niet altijd een goed idee is.

Hij geeft een aantal voorwaarden die belangrijk zijn om tot een kwalitatief groepswerk te komen. Ik haal er voor mij even de belangrijkste uit:

1) Bovenal: zorg voor een veilig klasklimaat. Als leerlingen zich niet veilig voelen om hun mening te geven, loopt het fout.
2) Het samenwerken moet een meerwaarde hebben ten opzichte van individueel werken.
3) Bewaak de eerste 20 minuten van het groepswerk, zorg ervoor dat alle leerlingen met de opdracht beginnen. Een belangrijke opmerking hierbij is dat je nog niet op inhoudelijke vragen ingaat.
Hierdoor dwing je de leerlingen om na te denken en samen te proberen.
4) Geef de leerlingen een duidelijk doel of product toewerken. Als de leerlingen weten wat de eindverwachting is, werken ze hier beter naartoe.
5) Het groepswerk moet uitdagend zijn. Als de opdracht te makkelijk is, gaan ze andere dingen doen.
Denk hierbij ook aan de timing: te veel of te weinig tijd geven voor een groepswerk, werkt nefast.
6) Denk op voorhand goed na hoe je de groepen indeelt (je doet dit natuurlijk zelf!) en hoe je het klaslokaal indeelt. Niet iedereen werkt even goed samen.
7. Zorg ervoor dat leerlingen elkaar nodig hebben (bv. door ze verschillende rollen te geven, of verschillende stukken informatie). De rest van zijn tips kan je terugvinden op: https://tijdschriftfons.be/wp-content/uploads/2023/06/fons_8_2_bombeke.pdf

Hoewel dit allemaal evident klinkt als je het leest, is het dat niet altijd. Neem nu een klasklimaat: dat ken je pas echt als je er al lang lesgeeft in die klas. Helaas valt de realiteit al eens tegen.
Zo deed ik vorig schooljaar een vervanging van anderhalve maand (mei-juni). Ik had elf klassen in het eerste en tweede jaar, waar ik godsdienst gaf. De aandachtige lezer kan al raden wat ik nog moest doen in deze periode: groepswerken!
Dat was immers nog niet gebeurd in deze klassen (de leerkracht was al langer afwezig). Ondanks mijn voorbereiding en goede bedoelingen, liep dit niet altijd van een leien dakje...
In de klassen waar een goed klasklimaat heerste, viel het op dat het relatief goed ging. In de andere klassen waar het klasklimaat niet al te goed was, was er dan weer heel wat drama: leerlingen die niet meer samen willen werken, pestgedrag, dominante leerlingen die anderen het werk laten doen... Ik probeerde het allemaal op te lossen, maar het voelde als dweilen met de kraan open.

Het groepswerk was uitdagend en het samenwerken had wel degelijk een meerwaarde. Ze wisten ook wat het eindproduct was. Ik heb de timing gevolgd van collega's, maar ik merkte wel dat dit voor vele klassen te lang was. Hierdoor begonnen een aantal leerlingen te treuzelen. De leerlingen hadden elkaar onvoldoende nodig: hier had ik beter over kunnen nadenken (specifieke takenverdeling).

Mijn grootste valkuil en de grootste tip die ik van dit artikel meeneem, is het bewaken van de eerste 20 minuten én het niet ingaan op inhoudelijke vragen. Ik help soms nog veel te graag, maar hier help ik de leerlingen en de groep eigenlijk niet mee. Hierdoor blijven ze ook maar steeds vragen stellen.

Het artikel heeft me aangenaam verrast: de schrijver geeft ook toe dat het, ondanks alle goede voorbereiding, het soms kan mislopen. Toch zijn er heel wat tips en handvaten die je kan meenemen om het groepswerk te verbeteren en krachtiger te maken in je klaslokaal. Ik wil het na het lezen van dit artikel zeker weer meer kansen geven.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Bezoek 'Ons Huis' te Mol

Een brug voor Ex-Okan-Leerlingen (WES 4)

Beste dokter, help ons echt verder, vertel ook iets over gebarentaal.